Den Haag
Toen ik in de twintig was, woonde ik in de Rivierenbuurt in Den Haag. Bijna onder het Schenkviaduct en vlak bij de Geleenstraat, de rosse buurt van de stad.
Een gezellig plein met een slager, bakker, groenteboer en snackbar aan de overkant van ons huis. Verderop op de hoek was een zogenaamd huis van plezier waar mannen in regenjas stiekem naar binnen wipten. Regelmatig werden mij “kettinkies” of gereedschap aangeboden die “van de vrachtwagen waren gevallen.” Ook verdween geregeld de benzine uit de auto’s die onder het viaduct stonden geparkeerd. Zo’n buurt dus.
Ik woonde en leefde daar met een meneer van 2.00 meter hoog, 115 kilo zwaar en schoenmaat 48. Wij waren de eigenaren van diverse auto’s en motoren die in en rondom het huis geparkeerd stonden. Eén daarvan was een bruine Chevrolet Camaro.