Begin jaren negentig solliciteerde ik bij een productiebedrijf ergens in de Randstad. Het leek mij een leuke en goedbetaalde baan in een internationaal en technische omgeving. De cultuur bleek voor mij toch minder informeel te zijn dan de eerste indruk gaf.
Tijdens de rondleiding liepen mijn begeleider en ik ook door de productie. Het eerste wat mij opviel was dat de medewerkers een vlinderdasje droegen en er onberispelijk uitzagen. Vanwege veiligheid, uniformiteit en representatie. Een opgeruimde productiehal met nette mensen werkt prettiger en dus productiever. Dat snapte ik alleen waarom gaf mij dit toch een raar gevoel? Net alsof ik in een ‘film noir’ zat met sektarische beelden.